1. Wist je datjes

1. Wist je dat... Winterbloeiers eigenlijk niet bestaan, maar dat dit planten zijn die uit het buitenland komen en bloeien op het moment dat het daar zomer is?

 

2. Wist je dat... Blauwe tuinplanten voor meer diepte in uw tuin zorgen?


3. Wist je dat... Bepaalde tuinplanten in een andere kleur bloeien door een variabele zuurtegraad?


4. Wist je dat... De Aardbei, Framboos, Peer, en de Appel ook tot de rozenfamilie behoren?


5. Wist je dat... De bloeitijd van tuinplanten kan variëren aan de hand van de standplaats? De Pluimhortensia bloeit met een plaats in de volle zon al in augustus, plant u haar in de halfschaduw tot lichte schaduw? Dan rond september.


6. Wist je dat... De oudste boom ter wereld zo'n 9550 jaar oud is? En staat in Zweden.


7. Wist je dat... De dikste boom ter wereld een omtrek heeft van 36,2 meter wordt geschat rond 3000 jaar oud? En staat in Mexico.


8. Wist je dat... Bamboe de snelst groeiende plant ter wereld is? Het kan op één dag 89 centimeter worden.


9. Wist je dat... Tulpen na het afsnijden, nog één centimeter per dag kunnen groeien?


10. Wist je dat... Er een waterlelie bestaat waarbij je op de bladeren kunt gaan zitten? Alleen een kind weliswaar.


11. Wist je dat... De ananasplant help tegen snurken? Alle planten doen aan fotosynthese overdag, behalve de ananasplant, zij doet dit 's nachts. En wordt daarom ook wel eens de slaapkamerplant genoemd.


12. Wist je dat... De meest verkochte bloem de roos is?


13. Wist je dat... Heel veel bloemen eetbaar zijn? 


14. Wist je dat... Je gras best niet te kort afmaait als er een hittegolf aankomt? Een langer gazon is sterker. De lange grassprietjes fungeren als parasol voor de kleinere en voor de groeipunten die ertussenin verstopt zitten.


15. Wist je dat... Klimplanten werken als stofzuigers aan de muur? Ze vangen zelfs het fijnste stof, in de lucht gebracht door verbrandingsmotoren, op hun bladeren op en houden het vast tot de regen ze schoonspoelt.


16. Wist je dat... Water over je terras of gazon sproeien op een hete dag de gevoelstemperatuur een heel stuk doet dalen? Zelfs de kleinste hoeveelheid water doet wonderen, want verdampt en zorgt zo voor een meer behaaglijke gevoelstemperatuur. 


17. Wist je dat... Klim- of leiplanten tegen de gevel een zegen zijn voor vogels en insecten? Je creëert er schuil- en nestkansen voor heel wat vogels zoals mussen en merels. Vlinders en insecten houden het meest van bloeiende planten. 


2.Tuinen in verschillende stijlen




Voordat u begint om uw tuin aan te leggen, is het belangrijk om u te informeren in de verschillende tuinstijlen. Heeft u liever een moderne en strakke tuin, of heeft u toch meer voorkeur voor een landelijke tuin? De meest populaire tuinstijlen in Vlaanderen zijn:



  • Een moderne en/of strakke tuin
  • Een landelijke tuin
  • Een Japanse tuin
  • Een stadstuin

Moderne en/of strakke tuin


De tuinstijl die we steeds vaker tegen komen is de moderne en/of strakke tuin. We spreken van moderne tuinen als de tuin functioneel en onderhoudsvriendelijk is. Bij een moderne tuin draait alles om het terras of de loungehoek. Ook groen mag zeker niet ontbreken, zonder groen oogt een moderne tuin vaak kil en kaal. Kies wel voor groen dat garant staat voor een moderne look en weinig onderhoud.



Landelijke tuin


Een landelijke tuin is een tuin die past bij de omgeving en het omringende landschap. Bij een landelijke tuin hoort een natuurlijke uitstraling. Veel planten, bomen en rustige kleuren zijn onmisbaar in een landelijke tuin. Als u de ruimte heeft is een (zwem)vijver het overwegen waard. Ook een kleine tuin kan een landelijke tuin zijn. Met een plantenborder en/of potten met planten op het terras is al een landelijke sfeer te creëren.



Japanse tuin


Wat we ook steeds vaker zien is dat mensen bij de tuinaanleg kiezen voor een Japanse tuin. Een traditioneel Japanse tuin heeft altijd drie elementen in zich: water, planten en steen. Water is op een eenvoudige manier in de tuin te verwerken, namelijk in de vorm van een vijver of een fontein. Planten die bij een Japanse tuin passen zijn bamboe, heesters en bloesems. Het element steen komt terug in de vorm van grind of split, waar leuke slingerpaadjes mee aangelegd worden. Ook een terras van natuursteen is onmisbaar in een Japanse tuin. Zorg voor een goede balans tussen water, planten en steen. Oosterse accessoires maken uw Japanse tuin helemaal af.



Stadstuin


Een stadstuin is vaak aan de kleine kant. Door de omringende bebouwing is er kans op schaduw en inkijk. Maar zelfs van een paar vierkante meter is al een droomtuin te realiseren. De truc van de tuinaanleg van een kleine stadstuin is om hem groter te doen lijken. Met langwerpige terrastegels lijkt de tuin, afhankelijk van het legverband, langer of breder. Een andere manier om ruimte te creëren die op dit moment een trend is, is het ophangen van een grote spiegel.



3.Tips voor een duurzame tuin

1. Liever geen potgrond

2. Alternatieve plantenlabels

3. Maak een bijenhotel

4. Diervriendelijke planten

5. Minder stenen

6. Gerecycleerde plantenbakken

7. Waterton voor regenwater

8. Wilde tuin

9. Schutting of tuinhek

10. Wees zuinig met schoffelen en voed de bodem

11. Koop inheemse planten

12. Negeer zure buren

13. Vergeet de struiken en bomen niet

14. Tuinier gifvrij

15. Maak een plan voor je tuin

16. Gebruik water alleen 's morgens en 's avonds


1. Liever geen potgrond

Wist je dat potgrond voor 70 tot 100% uit turf bestaat? Turf houdt vocht vast en is een niet-hernieuwbare grondstof die uit natuurgebieden wordt gewonnen. In tuinaarde wordt vaak rioolslib en afvalproducten van de vleesindustrie verwerkt. Maak liever je eigen potgrond door te composteren. Je kan bijvoorbeeld oude bladeren in de herfst in vuilniszakken bewaren. Toch kopen? Koop potgrond met een biologisch of RHP keurmerk of koop kokosvezel.


2.  Alternatieve plantenlabels

Gebruik schelpen, houten stokken, beschilder kiezels of ijsstokjes om de namen van je planten en steklabels op te zetten. Vermijd plastic in je tuin.


3. Maak een bijenhotel

Bijen hebben het soms moeilijk om goede plekjes te vinden om te leven. Zeker in tuinen waar oude stengels en planten worden opgeruimd en ook in de weilanden staan steeds minder bloemen. Wilde bijen kunnen dus wel wat hulp gebruiken. Geef ze daarom een hotel in een tuin vol bloemen. Deze maak je van een leeg blik, een wijnkist en bamboe of riet, zodat de bijen een plekje kunnen vinden.


4. Diervriendelijke planten

Kies voor wilde planten waar vogels en insecten dol op zijn. Zo vinden vlinders paarse en lila kleurige bloemen heel lekker, zoals die van een vlinderstruik. En bijen houden weer veel van bijvoorbeeld krokussen en rozemarijn. Zoek je een diervriendelijk boompje? Dan is de krentenboom een geweldige keuze!


5. Minder stenen

Als je tuin is bestraat, moet al het regenwater via het riool worden afgevoerd. Als je voor planten in plaats van tegels kiest, kan het water gewoon weglopen in de grond. En met groen hebben de dieren ook meer plek om te wonen.


6. Gerecycleerde plantenbakken

Kies voor zoveel mogelijk milieuvriendelijke, gerecyclede of tweedehands materialen. Zo kun je het beste hout met een FSC-keurmerk kopen. En er zijn tegenwoordig ook bloempotten van gerecycled materiaal te krijgen.


7. Waterton voor regenwater

Plaats een regenton onder een dakgoot om je regenwater op te vangen. De meeste mensen gebruiken gemiddeld per jaar 1100 liter water om planten te besproeien, dat zijn een hele hoop liters die je niet uit de kraan hoeft te tappen.


8. Wilde tuin

Zorg dat je tuin niet te opgeruimd is, je kan bijvoorbeeld oude gekapte takken of stronken in je tuin leggen of hoopjes oude bladeren. Allerlei beestjes maken er hun nestje zoals insecten, maar ook schimmels groeien er goed. En met een beetje geluk komt er ook een egel wonen.


9. Schutting of tuinhek

Heb je een schutting of tuinhek? Zorg dat er hier en daar een gat in de schutting zit zodat egels er onder of doorheen kunnen kruipen. Als je een oude stoeptegel schuin tegen de schutting zet en er wat oude bladeren in legt heb je misschien geluk dat er een egel zijn of haar nestje maakt.


10. Wees zuinig met schoffelen en voed de bodem.

Stop met spitten en schoffelen. De bodem bestaat uit een oneindig ingewikkeld, perfect op elkaar ingespeeld systeem, en dat verpest je door er steeds met geweld doorheen te walsen. Daarmee verstoor je het bodemleven en verarm je de grond. Bovendien groeit er juist sneller onkruid in omgespitte grond en komt er veel CO2 bij vrij.
Zorg voor een duurzame, levende bodem door te mulchen. Dit betekent een laag (organisch) materiaal aanbrengen op de grond. Doe je dit met compost, dan onderdruk je onkruid, houdt de bodem meer vocht vast waardoor je minder hoeft te sproeien, en zijn de planten meteen gevoed. Voor je het weet gaan er wormen, bacteriën en schimmels leven, die supergoed zijn voor de tuin. Er doorheen werken hoeft niet, dat gaat allemaal vanzelf door dat bodemleven dat je rust hebt gegund.


11. Koop inheemse planten.

Planten kopen is fantastisch! Door een goede koop te doen, wordt ook de natuur daar blij van. Denk daarom ook eens aan inheemse planten, die hier al duizenden jaren voorkomen en onderdeel uitmaken van ons natuurlijke ecosysteem. Veel insecten zijn namelijk afhankelijk van specifieke planten, en laat die nu meestal inheems zijn. Veel hiervan bloeien ontzettend lang en zijn ook nog eens gemakkelijk te onderhouden!
Je komt inheemse planten helaas niet zo vaak tegen in tuincentra. Een mix van inheemse planten en andere bijen-en vlinderplanten is goed voor een duurzame tuin. Zo bied je de minder kieskeurige insecten een "all you can eat-buffet", krijgt de rest een uitgekiend dieet, en zit niemand elkaar in de weg. 


12. Negeer zure buren.

Lekker laten wapperen, dat gras. Niet opruimen, die bladeren. Laat maar lekker klimmen, die kamperfoelie: Heel veel van wat we doen wordt ingeven door hoe het heurt. Een zure blik van de buren is soms al genoeg om dan toch maar die grasmaaier of snoeischaar tevoorschijn te halen. Heb er maling aan, en weet dat hoe meer aangeveegd, strakgeschoffeld en opgeruimd een tuin is, hoe minder er zal willen leven.
Krijg je zelf een beetje een verhoogde bloeddruk van rommel, wijs er dan specifieke plekken voor aan. Hier leg je dan je snoeiafval en oude bladeren. Voor je het weet gaat er van alles in leven en schuilen, misschien zelfs een egel.


13. Vergeet de struiken en bomen niet.

Met struiken en bomen zorg je ervoor dat er veel te schuilen, te broeden en te eten is in jouw tuin. Ze zorgen als het ware voor de ruggengraat van je tuin, anders is het maar een kale boel in de winter.
In etages bouw je die bijvoorbeeld op. Bomen als hoogste etage, daarna volgen struiken, en dit maak je af met vaste planten die jaarlijks terugkomen. Aan zo'n tuin heb je bijna geen onderhoud, en dat terwijl ze adembenemend mooi kunnen zijn. Struiken en bomen hebben vaak een prachtige herfstkleur en net andere bloeitijden dan de rest in jouw tuin.
Uit angst voor hoe groot bomen worden, planten weinig mensen ze aan. Heel jammer, want het formaat bepaal je zelf, ze verkoelen de lucht, verminderen wateroverlast en dragen flink bij aan een schonere lucht. Er zijn daarnaast genoeg bomen die helemaal niet zo groot worden.


14. Tuinier gifvrij.

Het is een open deur: in een duurzame tuin werk je zonder gif. Door al die spuitbussen met doodshoofden en uitroeptekens te vermijden denken de meeste mensen er (logischerwijs) wel te zijn. Toch is dat - bizar genoeg - lastiger dan je denkt. Heel veel planten zijn bijvoorbeeld met gif bespoten, vaak ook degenen met zo'n vrolijk bijtje op het labeltje gestempeld. Zo introduceer je per ongeluk het tegenovergestelde van wat je wilde in jouw tuin. Winkel dus het liefst bij een (lokale) kweker die gifvrij werkt.
Er zijn gelukkig heel veel natuurlijke methoden te vinden om een overdaad aan ongenodigde gasten mee te ontmoedigen, want volkomen zen toekijken hoe jouw moestuin leeggegeten wordt vraag ik niet van je.
Eén van die methodes is knoflookspray. De geur ervan is vaak al genoeg om luizen en slakken te weren omdat ze er niet van houden of zelfs de groeiende groenten en fruit niet meer kunnen ruiken. Je maakt de spray eenvoudig zelf door een knoflookbol met kokend water te overgieten.


15.Maak een plan voor je tuin

Je kan je tuin natuurlijk organisch laten ontstaan, maar je kan ook een plan maken waarbij je rekening houdt met de bloeitijd van bepaalde planten. Als je dat een beetje geordend aanpakt, heb je het hele jaar door bloeiende bloemen in je tuin staan. Kijk ook even welke kleur bloemen je bij elkaar wil zetten (misschien houd je van een bonte tuin, maar het kan ook zijn dat je juist alles in dezelfde tinten wil) 


16.Gebruik water alleen ’s ochtends of ’s avonds
Wanneer je gaat sproeien of op een andere manier water gebruikt, doe dit dan vooral niet midden op de dag. Dan staat de zon het hoogst, en vindt de meeste verdamping plaats. Dit zorgt ten eerste voor waterverspilling, en ten tweede kan het zorgen voor verzilting. Dit maakt je grond minder vruchtbaar, dus het is belangrijk dit te vermijden.

4.Een tuin vol leven

Ga aan de slag en tover je tuin tot leven. Leer composteren, hang nestkastjes op, leg een tuinvijver aan en zet insecten aan het werk in je moestuin ...

1. Hang nestkastjes op

In het voorjaar zoeken vogels een plek om te broeden. Dat doen ze in een zelfgebouwd nestje of een nestkast die jij voor hen voorziet. Ook vlinders, bijen en zoogdieren (be)zoeken en bewonen graag nestkastjes! 


2. Laat Paddenstoelen toe in je tuin

Paddenstoelen zijn intrigerend en nuttig. Ze ruimen je tuin op en zorgen op hun eigen manier voor de natuur. Waarom zijn paddenstoelen nuttig?

  • Schimmels verteren tuinafval en brengen die als meststof de bodem in.
  • Schimmels kunnen ook de groei van bomen bevorderen door in symbiose samen te leven.
  • En ze kunnen ook eetbaar zijn, denk maar aan champignons of schimmelkaas. Maar opgelet met paddenstoelen, er zijn zo veel soorten, dat het (zelfs voor experts) moeilijk is om uit te maken welke eetbaar zijn. Als je paddenstoelen wil eten, koop ze in de winkel.

3. Maak je tuin vogelvriendelijk

Vogels zoeken je tuin op voor veiligheid, voedsel en een plek om te broeden. En dat kan je ze geven. Zelfs in de kleinste tuin kan je de perfecte gastheer of gastvrouw worden.

Hoe trek ik vogels aan?

  • Laat dood hout en bladafval liggen: hier maken ze hun nestje mee.
  • Plant struiken, bomen en hagen: ze gebruiken dit niet alleen als schuilplaats maar maken ook hier hun nest in.
  • Zorg voor drinkwater: Bij vorst komenn vogels water tekort, voeg wat suiker toe zodat het niet bevriest
  • Hang nestkasten 

4. Plant een haag

Ommuurde tuinen zijn een dooddoener voor egels, kikkers en padden. Kies voor een levende omheining waardoor ze een groter terrein krijgen.

Kies liever voor een haag, een levende omheining zodat diertjes vrij tussen verschillende tuinen kunnen bewegen. Vaak gebruikte soorten zijn haagbeuk, beuk, veldesdoorn en liguster.

5. Laat bladeren liggen

Verwilderde hoekjes zijn een paradijs voor allerlei soorten planten en dieren. Laat voortaan herfstbladeren liggen in je tuin.

Een kleine ingreep voor jou, een groot verschil voor de natuur: laat de bladeren liggen en ruim gerust wat minder op.

Met minder werk, meer leven in de tuin? Het kan! Verwilderde hoekjes zijn een paradijs voor allerlei soorten planten en dieren. Laat de natuur gewoon haar gang gaan, en je zal zien dat het zal bruisen van leven.

6. Maak een composthoop

Maar liefst een derde van je afval kan omgetoverd worden in krachtvoer voor je tuin. Door te composteren doe je eigenlijk wat de natuur altijd al gedaan heeft: de natuurlijke kringloop zijn gang laten gaan. Voor vogels en egels is je composthoop een all you can eat-buffet en het best van al, een compostbak geeft geen nare geurtjes.


Composttips:

1. De ideale standplaats van een compostbak is de halfschaduw, met enkele uren zon per dag.
2. Zorg ervoor dat je altijd een voorraad groenafval hebt.
3. Let op dat het afval niet te grof is, anders duurt het te lang voor het afbreekt. Knip takken in kleinere stukken.
4. Gekookte etensresten, as van hout, aarde, nietbiologische aardappel- en citrusschillen horen niet thuis op je hoop.
5. Hoe beter je mengt, hoe beter je composteerproces start.

7. Leg een vijver aan

Niets zo zalig om aan de rand van je eigen tuinvijver uit te rusten. Libellen en waterjuffers scheren over het water. Vogels komen drinken. Onder water hebben bootsmannetjes het rijk voor zich. Eens libellen en waterkevers je vijver ontdekt hebben wordt het helemaal feest. Zij eten muggenlarven, dus muggen hoef je deze zomer niet te vrezen in je tuin.

Vissen laat je beter achterwege, zij maken het water snel troebel. Kijk snel of je in je tuin plaats hebt voor een grote of een minivijver.

8. Leg een groendak aan

Wil je een origineel streepje groen aan je huis toevoegen? Leg dan een groendak aan! Zo’n dak vol planten levert niet alleen tal van voordelen voor de natuur, het brengt jou, en de natuur, ook iets op! 

Een groendak is een kleine plantentuin die je op een plat dak aanlegt of laat aanleggen. Vaak bestaat de begroeiing uit mossen en sedumsoorten of kruiden en gras (extensieve daktuin) die mooi groen worden en je dak isoleren. Maar je kan ook een intensieve daktuin aanleggen; een volwaardige tuin met alles erop en eraan. De grootste voorwaarde voor een groendak is dat je dakconstructie sterk genoeg is. Laat dat berekenen door experts om zeker te zijn.

Voordelen?

  • Een groendak is warmte- en geluidsabsorberend.
  • optimaal gebruik van regenwater. Planten vangen het regenwater op en voeren het traag af. De druk op rioleringen neemt af en waterlast wordt voorkomen.
  • ecologische stapsteen voor planten en dieren
  • zeer weinig onderhoud
  • een buffer tegen luchtvervuiling, aangezien ze stofdeeltjes opvangen
  • verhoging van het rendement van je zonnepanelen met 5%. Dit door het koelende effect op de panelen. Hierdoor zullen ze ook minder snel verouderen.

9. Maak een wilgentipi of bonentipi

Iedereen heeft soms een plekje voor zichzelf nodig. Kleine tuintjes lenen zich meestal niet om een echte wilgenhut (wiglo) te bouwen of struiken zo aan te planten dat ze een struikhuisje vormen, maar een bonentipi neemt maar een miniplekje in beslag.

10. Maak van je tuin een ware vlindertuin

Vlinders hebben nood aan bloemen om van te eten, waardplanten om eitjes in te leggen, planten om in te schuilen en wilde hoekjes om te overwinteren. Met deze 10 tips lok je vlinders naar je tuin!

10 tips voor meer vlinders:

  1. Zet inheemse planten en laat brandnetels en distels staan.
  2. Bied van het vroege voorjaar tot in de late herfst nectar aan in je tuin.
  3. Creëer hoogtes en laagtes in je vegetatie, het is een herkenningspunt en uitkijkpost voor vlinders.
  4. Leg beschutte hoekjes aan met hagen en heggen.
  5. Ruim je tuin in de winter niet te hard op zodat eitjes, rupsen en poppen kunnen overleven.
  6. Kies voor inheemse plantensoorten, die bieden betere voedingsstoffen voor onze dieren.
  7. Leg een kruidentuin of moestuin aan en laat enkele planten aan de vlinders..
  8. Maak een voedertafel voor vlinders met rottend fruit of laat vruchten van je fruitboom op de grond liggen.
  9. Gebruik geen pesticiden en zo weinig mogelijk meststoffen.
  10. Overtuig ook je buren of gemeentebestuur van het belang van vlindervriendelijke maatregelen, hoe groener je omgeving, hoe meer vlinders en soorten er ook in jouw tuin te zien zullen zijn

11. Plant je tuin vol bloemen

Kies voor je tuin inheemse planten die nectar voorzien voor vlinders en bijen. Zorg ervoor dat er jaarrond bloeiende planten in je tuin te vinden zijn.

Plant of zaai zoveel bloemen als je maar kan. Bloemen in borders, bakken en potten. Eenjarigen of meerjarigen en zelfs bloemen in je gazon. Kies vooral inheemse soorten, die gedijen beter en zijn een betere voedselbron voor vlinders en bijen. Want hoe groter je nectaraanbod, hoe meer bijen en vlinders je tuin in de zomer zullen opvrolijken.

12. Maak een blotevoetenpad

Hou je niet van een betonnen pad in je tuin, en loop je liever met je blote voeten over verschillende soorten ondergrond? Leg een blotevoetenpad aan!

Zo’n blotevoetenpad laat ook regenwater doordringen in de bodem en biedt schuilplaats aan tientallen diersoorten. Ga op zoek naar pissebedden, duizendpoten en zwarte wegmieren. Die laatste kunnen niet steken én zijn van levensbelang voor een gezonde tuin.

Bron NATUURPUNT

5. 6x Lentebloeiers


Lentebloeiers zijn bloemplanten die vroeg in het voorjaar bloemen. Vaak vallen ze op omdat er bijna geen andere soorten in bloei staan. Ze doen dit om de concurrentie met andere planten te vermijden. Vele lentebloeiers vind je in het bos, ze hebben bloemen en bladeren voordat de bomen in blad komen en het donker wordt in het bos. Maar ook in andere biotopen vind je vroeg in de lente al bloeiende planten.

Hier vind je een mooie top 6 van kleurrijke lentebloeiers:


1. Narcis ‘Topolino’

Dit vroegbloeiende narcisje kijkt je met zijn crèmegele bloemen met een geel trompetje vrolijk aan. Met zijn hoogte van slechts 15-20 cm hoort, Topolino bij de dwergnarcisjes, zodat hij uitstekend geschikt is voor potten en bakken.

2. Narcis ‘Jetfire’

De heldergele bloemen met een oranje trompetje geven Jetfire een warme uitstraling. Met zijn hoogte van 25-35 cm is dit narcisje prima geschikt voor potten en bakken, maar als je ze later in de tuin zet op een plek met wat zon, komen ze elk jaar terug.

3. Blauwe druifjes

Een van de betrouwbaarste voorjaarsbloeiers is het blauwe druifje. Muscari ‘Blue Magic’ is vanwege zijn mooie bloemkleur en korte blad uitstekend geschikt voor potten en bakken, maar doet het later ook prima op een zonnige plek in je tuin.

4. Primula’s

Naast de vrolijke ‘gewone’ primula’s zijn ook witte of paarse kogelprimula’s leuk in lentecombinaties. Primulabloemen houden niet van vorst en sneeuw, maar de plantjes zelf zijn uitstekend winterhard. Zet ze later in lichte schaduw in de tuin.

5. Dubbele madeliefjes

Het dubbele madeliefje wordt als tweejarige vanaf maart te koop aangeboden en bloeit bijzonder lang door, vaak tot in mei. Ze zijn er met roze en rode bloemen en in fris wit, zodat je ze uitstekend met andere lentebloeiers kunt combineren.

6. Viooltjes

Als vroegste lenteboden zijn viooltjes uitstekend bestand tegen de winterkou, bovendien zijn ze er in allerlei kleuren. Tijdens vorst ‘houden ze even de adem in’, om daarna bij mildere temperaturen weer verder te bloeien.

Grootse bomen voor de kleine tuin:

Een kleine boom past in elke tuin en is de sfeermaker van de seizoenen. Heb jij een kleine tuin maar wil je toch graag een blikvanger van een boom? Kies dan voor één van deze kleine bomen of meerstammige bomen! 


Wat verstaan we onder kleine bomen?

De meningen zijn hierover verdeeld. Want hoewel de Japanse notenboom (Ginkgo Biloba) bijvoorbeeld wel 15 meter hoog kan worden, groeit hij niet zo snel: na tien jaar is hij pas 4 meter hoog. Bovendien zorgt de open structuur en piramidale vorm ervoor dat hij niemand in de weg staat. Toch wordt over het algemeen gezegd dat een boom met een hoogte tussen de 3 en 6 meter, tot de kleine bomen behoort.


Meerstammige bomen

Toch zijn ook bomen die hoger worden dan zes meter soms gemakkelijk in model te houden door jaarlijkse snoei. Bovendien worden sommige bomen op laagstam of als leiboom opgekweekt, waardoor een fruitboom opeens wél in een kleine tuin past. Ook meerstammige bomen of heesters zijn heel geschikt voor de kleine tuin. Ze hebben een open groeiwijze en je kunt ze gemakkelijk compact houden. Met hun natuurlijke uitstraling passen ze in elke tuin.

1. Perzisch ijzerhout (Parrotia persica)

Perzisch ijzerhout is een echte karakterboom die mooi grillig vertakt vanaf de grond met een lichtgrijze, afbladderende stam. Onder de indruk? Wacht maar tot de herfstkleuren erin sluipen! De roze-, oranje-, geel- en roodtinten wisselen elkaar op unieke wijze af: een juweeltje. Hoogte na 10 jaar: 4 meter.

2. Japanse esdoorn (Acer shirasawanum ‘Aureum’)

Japanse esdoorns zijn traag groeiende kleine bomen en dat maakt ze zeer geschikt voor de kleine tuin. Het goudgroene blad maakt van deze esdoorn een goede kandidaat voor het ‘oplichten’ van een donker hoekje. Verkleurt in de herfst van roze naar oranje. Hoogte na 10 jaar: 1,50 meter.

3. Slangenbast-esdoorn (Acer davidii) 

De fraaie bast maakt van deze esdoorn ook ’s winters een blikvanger. Het glanzende blad kleurt in het najaar oranjegeel, hij bloeit geel in het voorjaar. Een meerstammig exemplaar groeit iets breder uit dan een enkelstammige boom, maar wordt minder hoog. Hoogte na 10 jaar: 5 meter.

3. Katsuraboom (Cercidiphyllum japonicum)

De katsuraboom is een wonderlijke verschijning onder de kleine bomen. Aan de sierlijke twijgen komen rode knopjes, waaruit roze bladeren tevoorschijn komen, die later groen kleuren. Tot ver in de zomer blijven de roze bladeren komen. De eveneens roze bloemen worden gevolgd door groene zaadpeultjes. In de herfst verkleuren de bladeren via geel naar rood. Hoogte na 10 jaar: 6 meter.

4. Judasboom (Cercis siliquastrum)

De judasboom bloeit in het voorjaar met felroze bloemen op het kale hout. De bloemen worden gevolgd door decoratieve zaadpeulen. Het hartvormige blad ziet er de hele zomer goed uit en krijgt in de herfst een warmgele kleur. De cultivar ’Alba’ bloeit wit. Hoogte na 10 jaar: 4 meter

5. Papiermoerbei (Broussonetia papyrifera)

De papiermoerbei blijft in ons klimaat een bescheiden boompje van 6-8 m. Alleen al het fraaie blad is voldoende om als een blok voor deze kleine bomen te vallen. De viltige jonge twijgen, oranjerode vruchten en kogelronde witte bloemen zijn een extra bonus. Een beschutte plek is wel gewenst. Hoogte na 10 jaar: 6 meter.

6. Perzische slaapboom (Albizia julibrissin)

Wil je een echte unieke kleine boom in je tuin, dan moet je de Perzische slaapboom hebben! Deze exotische boom heeft een overweldigende bloei die de blikken van menig voorbijganger naar zich toe trekt. Maar ook buiten juli en augustus om, als de pluizige roze-witte bloemen niet in de boom zitten, is deze exotische schone de moeite waard dankzij de mooie parasolachtige vorm en de dubbel geveerde bladeren. Verdraagt tot -15 °C. Hoogte na 10 jaar: 4 meter.

7. Krentenboompje (Amelanchier laevis ‘Ballerina’)

Het krentenboompje is één van de meest waardevolle kleine bomen die er maar is. Eigenlijk is het een meerstammige boom of heester, maar hij wordt ook wel als klein boompje op stam opgekweekt. De overdadige witte bloei in het voorjaar is overdonderend, maar ook de oranje herfstkleur en het fraaie donkere takkengeraamte in de winter zijn de moeite waard. Hoogte na 10 jaar: 4 meter.

8. Fluweelboom (Rhus typhina ‘Tiger Eyes’)

Het diep ingesneden blad van de (vaak meerstammige) fluweelboom heeft volop sierwaarde, des te meer als de herfst de bladeren verkleurt naar vlammend oranje-geel . Rhus typhina ‘Tiger Eyes’ is een bijzondere variëteit: de kleur van de bladeren is gifgroen-geel, een kleur die tussen het groen alle aandacht naar zich toe trekt. Hoogte na 10 jaar: 4 meter.

9. Amandelboompje (Prunus triloba)

Prunus triloba is het populaire Amandelboompje dat meestal op stam wordt aangeboden. Het Amandelboompje is een zeer uitbundige vroege voorjaarsbloeier met een roze bloem. Het Amandelboompje bloeit nog voordat er blad aan de plant zit. In maart- april is het Amandelboompje een roze bloemenzee. Snoeien kunt u de prunus triloba na de bloei.

10. Meidoorn (De Crataegus Orientalis)

Deze boom, de Crataegus Orientalis, oftewel Meidoorn, heeft alles wat een kleine boom nodig heeft. Prachtige bloemen in de lente, kleur in de herfst en fruit dat kleine vogels aantrekt. De Meidoorn heeft stevige takken met in de winter rode besjes, waardoor deze boom er ook in de winter prachtig uitziet.
Onderhoud: de Meidoorn is makkelijk te onderhouden en vergt weinig tijd. Het beste is om in juni en september de boom iets bij te snoeien, zodat deze een mooie vorm houdt en gezond kan groeien

11. Krentenboompje (amelanchier lamarckii)

Amelanchier lamarckii, of krentenboompje, is meestal een meerstammige sierheester. De bloei van Amelanchier lamarckii valt in de periode april-mei. Na de bloei worden zwartblauwe eetbare besjes gevormd (de krenten). De besjes van Amelanchier lamarckii worden graag door vogels gegeten.

In het najaar heeft het krentenboompje een prachtige oranjerode herfstkleur. De uiteindelijke hoogte van Amelanchier lamarckii kan 4 tot 6 meter bedragen. In de winter is deze sierheester uiteraard kaal.

De standplaats van Amelanchier lamarckii dient zonnig te zijn maar ook halfschaduw wordt verdragen. De bodem dient goed doorlatend te zijn.